Страницы

Thursday, 25 February 2021

Het kabinet is nu aan zet.

Over de strijd voor erkenning van de Armeense genocide in Nederland, kan

ik wel een boek schrijven. Meerdere waarschijnlijk. Dat komt nog wel.



Nu we vandaag een nieuwe mijlpaal bereiken met de motie Voordewind die de regering expliciet om erkenning vraagt, denk ik even terug aan het begin, een kleine Armeense demonstratie op 24 april 1975 bij de Turkse ambassade. En aan de jaren ’80 met de vorming van het “24  april Comité voor de herdenking en de erkenning van de Armeense genocide” , de eerste landelijke herdenking in de Flint in Amersfoort. Aan onze eerste ontmoetingen op een ministerie met de reactie: “O ja, dat is interessant voor historici, maar het is niet aan de orde.” Aan onze eerste ontmoetingen in de Tweede Kamer, bij toenmalig Kamervoorzitter Dick Dolman. Veel begrip en veel bruikbare tips.  

Maar een goede ingang om het onderwerp op de Kameragenda te krijgen, kwam pas echt met de discussie na 2000 over een Turks kandidaat-lidmaatschap van de EU. Ook de maatschappelijke ophef over Turkse protesten tegen het genocidemonument in Assen droegen hier aan bij.

Er volgden overleg met fracties, de eerste FAON-demonstratie in 2004 waar ook Kamerleden het woord voerden op het Plein en daarbij de genocide openlijk erkenden, en eind 2004, na talloze brieven en gesprekken,  de “bekroning” in de vorm van de motie Rouvoet, een mijlpaal, waarbij de Kamer  unaniem  de regering verzocht de erkenning van de Armeense genocide in Europees verband en bilateraal met Turkije voortdurend en nadrukkelijk aan de orde te stellen.

Wat tussen dat moment in 2004 en nu in 2021 met deze nieuwe mijlpaal gebeurde, zal ik later uitvoeriger beschrijven. Met alle toppen en dalen, droevige en hilarische situaties. De FAON en het 24 april Comité zorgden voor talloze acties, brieven, debatten, contacten, gesprekken, persberichten, artikelen in kranten, demonstraties, petities, herdenkingen, lezingen, concerten. Daarbij werd uiteraard, waar mogelijk samengewerkt met andere Armeense organisaties, en werd ook  een breed front gevormd met lotgenoten zoals andere christelijke minderheden uit het Ottomaanse Rijk en ook met Joodse organisaties. Veel aandacht werd besteed aan de contacten met medestanders, uit politieke, maatschappelijke, wetenschappelijke, kerkelijke en andere organisaties en personen uit de wereld van kunst en cultuur. Geleidelijk werd brede steun bij publiek en media zichtbaar.

In het Comité van Aanbeveling van het 24 april Comité van de FAON kwamen vele grote namen uit die werelden, die met hun naam steun verleenden aan de strijd om erkenning, mensen die wij allen zeer erkentelijk zijn. En dat geldt uiteraard evenzeer voor de politici aan het front, waarvan ik wegens de eerste ondertekening van de motie van vandaag, hier alleen Joël Voordewind van de ChristenUnie noem, maar waarvoor ook vele andere parlementariërs en partijen, in de afgelopen decennia,  veel werk verzet hebben en mede dit resultaat hebben mogelijk gemaakt. 

Wat de motie van vandaag vraagt is, dat de regering de Armeense genocide volmondig erkent. Drie keer eerder heeft een motie van deze strekking voorgelegen, niet eerder werd deze aanvaard. Nu wel, en massaal, wat aangeeft dat voor de Nederlandse politiek het niet langer aanvaardbaar is, dat het kabinet over een zodanige tragedie nog altijd in verhullende en bagatelliserende termen spreekt. Laten we hopen dat de regering dit begrijpt dat er nu geen andere weg meer is, dan de Armeense genocide volledig te erkennen.

Inge.Drost

Secretaris FAON

25 februari 2021


Լուսանկարներում՝ 

🔴►Ինգե Դրոստը

🔴►Առաջին անգամ Նիդերլանդների Խորհրդարանի նախագահ Դիկ Դոլմանի մոտ, (1987 թ.) Նկարում ձախից` Արուսյակ Հալիչի (Արա Հալիչիի մայրը), Հարութ Սիմոնյան, Դիկ Դոլման, Նուբար Սեփոյան, Մաթո Հախվերդյան, Ինգա Դրոստ

Arusyak Halici, Harout Simonian, Dick Dolman (Voorzitter Tweede Kamer), Noubar Sipaan-Sepoyan, Mato Hakhverdian, Inge Drost.

The Netherlands Diary
Niderlandakan.livejournal

No comments:

Post a Comment