ՔՆՆԱՐԿՈՒՄՆԵՐ ՆԻԴԵՐԼԱՆԴՆԵՐԻ ԽՈՐՀՐԴԱՐԱՆՈՒՄ

 FAON: Federation of Armenian Organisations in The Netherlands - 

Հոլանդահայ կազմակերպությունների ֆեդերացիա

2020 թ. նոյեմբերի 12-ին, Նիդերլանդների խորհրդարանում արտգործ նախարար Բլոկի ներկայությամբ ծավալուն քննարկումներ տեղի ունեցան Լեռնային Ղարաբաղի դեմ սանձազերծված պատերազմի ընթացքի, ադրբեջանական ագրեսիայի, Թուրքիայի և ահաբեկիչների ուղղակի մասնակցության և այդ աղետալի պատերազմի հետևանքների մասին։ Խստորեն դատապարտվեց Արցախի բնակավայրերի և ենթակառուցվածքների ռմբակոծումը, ռազմական ոճրագործությունները, հայ բնակչության նկատմամբ անմարդկային վերաբերմունքը։ Զանազան խմբակցությունների պատգամավորներ ներկայացրեցին բանաձևեր Արցախի ինքնորոշման և անկախության ճանաչման, մարդասիրական օգնության, ինչպես նաև Ադրբեջանի և Թուրքիայի նկատմամբ պատժամիջոցների կիրառման մասին։ Բանաձևերը քվեարկության կդրվեն ս.թ. նոյեմբերի 17-ին։ Ստորև համառոտ զեկույց հոլանդերենով քննարկումների և բանաձևերի մասին։

Na een uitvoerige discussie bij het antwoord van Minister Blok in eerste termijn, zijn door de Kamerleden in hun tweede termijn de volgende moties ingediend over Nagorno Karabach. Daarna gaf de minister zijn oordeel over de moties, hetgeen een zekere rol speelt bij de stemming volgende week.

1. De belangrijkste motie, die is ingediend, was die van J. Voordewind en de M. van Helvert over het toekennen van een status van Nagorno Karabach op basis van het principe van “remedial secession”, wegens grove schendingen van mensenrechten en hier volkenrechtelijk advies over te vragen. Zoals verwacht kon de minister niet achter deze motie staan, en werd hij ontraden. Wel gaf hij aan dat het de Kamer vrij staat zelf een dergelijk advies te vragen.

2. Er waren twee moties over sancties ingediend. De eerste was van M. van Helvert, en vraagt om het instellen van persoonlijke sancties tegen president Aliyev en zijn familie en sleutelfiguren wegens het schenden van oorlogsrecht en mensenrechten. De tweede van S. Karabulut vraagt om persoonlijke sancties tegen de verantwoordelijken in Azerbeidzjan en Turkije voor geweld in Nagorno Karabach. De Minister stond niet positief tegen beide moties, omdat hij ten aanzien van beide van oordeel is, dat een en ander in de juiste volgorde moet gebeuren, om er de noodzakelijke steun voor te krijgen. Eerst dient onderzoek plaats te vinden over de daden van de verschillende personen. De indieners beraden zich om de tekst aan te passen en deze volgordelijkheid mee te nemen in de motie.

3. Over wapenleveranties aan Turkje dienden J. Voordewind, M. van Helvert, S. Sjoerdsma en S. Koopmans een motie in om – wegens de rol van Turkije in verschillende conflicten zoals in Nagorno Karabach, de regering te verzoeken binnen de EU actief steun te verwerven voor een moratorium op het leveren van wapens aan Turkije, die ingezet (kunnen) worden in de gewapende strijd in Nagorno Karabach, Libië of Syrië. De Minister heeft tegen deze motie geen bezwaar.

4. Over het vervolg en de uitvoering van het akkoord zijn meerdere moties ingediend. M. van Helvert vroeg in zijn motie (gesteund door J. Voordewind en S. Sjoerdsma) om in de EU erop in te zetten om onafhankelijke waarnemers (van OVSE, VN of EU) te sturen naar Nagorno Karabach. L. Ploumen vroeg in haar motie, samen met S. Karabulut en B. van Ojik, om in multilateraal verband te onderzoeken op welke manier de OVSE en/of de Minskgroep betrokken kunnen worden bij de toezichthoudende rol op het vredesakkoord. Tegen beide moties heeft de minister geen bezwaar.

T. Kuzu verzocht de regering in zijn motie het vredesakkoord in Europees verband te steunen en te inventariseren hoe de Europese Unie een bijdrage kan leveren aan de naleving van dit akkoord. Deze motie ontraadde de Minister omdat er nog te veel vragen over het akkoord zijn, hij daarbij aan de OVSE  denkt, en dat het steunen van het akkoord van het antwoord op die vragen afhangt.

5. Ten slotte diende de heer van Helvert een motie in voor humanitaire steun aan Armeniërs in Nagorno Karabach (voedsel, onderdak, medische hulp). Hij zal deze motie aanhouden, omdat die thuishoort bij de behandeling van begroting van Minister Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.